Sierpapier in Lier
Zestiende-eeuwse beesten in een muurkast in de Sint-Gummaruskerk
Opgedragen aan Geert Wisse (°1965 - †2021), kunsthistoricus gespecialiseerd in historisch behang, die een belangrijke collectie fragmenten aangelegd heeft en zelf ook voortreffelijke reconstructies uitgevoerd heeft. https://historischebehangsels.wordpress.com/2017/11/07/schenking-geert-wisse/
Ontdekking en herontdekking
‘Oud behang’ verdwijnt meestal ongedocumenteerd bij het afval. Het oudste behang wordt zelfs niet eens herkend en blijft, soms vele eeuwen verscholen, bewaard in vergeten donkere hoeken, onder
recentere papierlagen, of is overschilderd. Het verhaal van de ontdekking van het merkwaardige sierpapier waaraan deze bijdrage aandacht schenkt krijgt een gelukkiger afloop, dankzij de inzet van erfgoedwerkers die de waarde ervan onderkend hebben.
In 1999 deden twee kunsthistorici, Annemie Van Dyck en Marc Mees, een merkwaardige ontdekking. Als wetenschappelijk assistenten bij de Dienst Erfgoed van de Provincie Antwerpen belast met de inventarisatie van het kerkpatrimonium hadden zij de opdracht om de inventaris van de Sint-Gummaruskerk van de stad Lier te actualiseren. Daarbij is ook een muurkast geopend, duidelijk voor het eerst sinds zeer lange tijd. Enkel kunsthistorica Madeleine Manderyck was hen voor geweest.
Als inspectrice van beschermde historisch interieurs bij de Vlaamse Gemeenschap had ook zij bij een plaatsbezoek in de muurkast gekeken en daarin interessant oud behangsel opgemerkt en gefotografeerd, maar had toen niet kunnen zien dat daaronder nog een oudere papierlaag zat.
De kast in kwestie betreft een muurnis, uitgespaard in het metselwerk van de gebogen muur rond de stenen wenteltrap die van de sacristie naar de daarboven gesitueerde archiefkamer leidt, en bevindt zich links, onmiddellijk bij de toegangsdeur, boven de eerste treden. In die nis is een grenenhouten doos geplaatst (binnenmaten 118cm hoog, 48cm breed en 48 cm diep), afgesloten door een luik met omlijsting en rabat en binnenin voorzien van een schab halverwege de hoogte, alles eveneens in grenenhout. De daarvoor gebruikte dikke planken zijn tegen de bepleisterde stenen wanden vastgespijkerd en blijken nooit geschilderd geweest te zijn. Ze zijn meteen afgewerkt met decoratief papier, waarover veel later een tweede papierbehang aangebracht is - beide lagen stevig vastgelijmd. Het luik is aan de buitenkant samen met de muren met witkalk geschilderd, maar blijkt aan de binnenkant volledig voorzien geweest van behang, dat op enkele minieme sporen na volledig verwijderd is. De houten latjes waarop de schabplank rust zijn tegen de zijwanden vastgespijkerd, over het oudste behang heen. Het schab is dus veel later aangebracht, mogelijk pas ten tijde van het aanbrengen van een nieuwe behang, dat deels op de latjes gekleefd is.
De recentere laag behang is plaatselijk verwijderd en aan de randen beschadigd, waardoor kleine
fragmenten van de laag daaronder tevoorschijn komen, wat bij het openen van de kast meteen de aandacht trok. Voor zover duidelijk betrof de oudste laag namelijk een bijzonder merkwaardig motief met naïef weergegeven uitheemse dieren…
Dit was duidelijk een bijzondere vondst: het ging om een decoratief papier van een zeldzaam patroon, ouderdom en bewaringstoestand, een soort waarvan slechts zelden fragmenten bewaard gebleven zijn. Daarom deelde Marc Mees zijn ontdekking, met de hoop dat collega onderzoekers met meer ervaring op het vlak van historisch papierbehang aan deze casus vroeg of laat nader aandacht zouden besteden.1
Dit is echter pas recent gebeurd. Het bestaan van het intrigerende ‘papier uit Lier’ is wereldkundig gemaakt naar aanleiding van een voordracht en een overzichtsartikel over 16de-eeuws pronkpapier dat destijds in burgerinterieurs gebruikt werd als balkbehang.2
Balkbehang was een specifiek type van sierpapier, speciaal ontworpen om balken zolderingen te bekleden: de tekening voorzag in drie zones, die perfect rond kinderbalken konden geplooid worden en waarvan vijf vellen perfect één balklengte bedekten. De vlakken tussen de kinderbalken werden dan beplakt met een even groot vel, maar met een ander motief, dat ook rond de moerbalk paste. Sierpapier met kleine, repetitieve motieven, dat niet als balkbehang bedoeld was, werd gebruikt voor
allerlei toepassingen: de binnenkaft van boeken, de binnenbekleding van allerlei dozen en muurkasten, maar blijkbaar ook wel voor balklagen. Omdat het rapport van de gebruikte motieven minder dwingend was, werd het vaak slordiger aangebracht.
Volgende bijdrage presenteert een specifieke studie over deze intrigerende casus: met de nu imminente restauratie van het interieur van de Sint- Gummaruskerk is het aan de orde speciale aandacht en zorg te vragen voor dit kwetsbare en zeldzame soort van erfgoed. De kans dat dergelijk papier door vergetelheid in de afvalcontainer verdwijnt is immers niet gering. Reeds tonen de foto’s uit 2008 duidelijk dat ooit getracht is de bovenste papierlaag te verwijderen, en dat dit gebeurd is op een totaal ondeskundige manier, vermoedelijk met een plamuurmes, met aanzienlijke schade tot gevolg, en zelfs het verdwijnen van grote gedeelten.
Het recentere behang
Het behang waarmee het oudere decoratiepapier overplakt is blijkt het best bewaard op de achter- en de rechter wand, maar is door het afsteken op de linkerwand en de bovenkant gedeeltelijk beschadigd en zelfs samen met de laag eronder verdwenen. De onderste zone is sterk vervuild, maar omdat het papier altijd verstoken gebleven is van licht zijn de oorspronkelijke, frisse kleuren van het beperkte kleurenpalet op het grootste gedeelte van het oppervlak vrij goed bewaard: het betreft een hel lichtblauwe grond, waarop kleine gestileerde plantenmotieven herhaald zijn, met name twee verschillende verticale bladmotieven in wit en lichtgrijs, waartussen een ruit met een fijn bladmotief
met kleine strobloem in wit en zwart. Het rapport is duidelijk, maar van de verknipte vellen zijn de exacte afmetingen in dit geval niet vast te stellen: in elk geval betreft het vellen van meer dan 48cm breed en mogelijk een 60cm hoog. Qua techniek, compositie, motieven en kleuren is dit een voorbeeld van een met vier houtblokken gedrukt ‘meubelpapier’, bestemd voor diverse toepassingen, en typisch voor de periode 1780-1800 of mogelijk zelfs nog iets later. Zowel de kleurencombinatie als het motief van de gestileerde korenbloem en het ruitvormige ‘latwerk’ waren in die periode zeer geliefd, en het genre bleef lang populair.3
Wanneer dit behang over het oude sierpapier aangebracht is blijft overigens onzeker, maar in elk geval is dit duidelijk gebeurd na of tegelijk met het het plaatsen van het schab. Heel goed mogelijk is voor de opfrissing van deze muurkast een overschot gebruikt.
Kast vol beesten in Lierse kerk
Het motief van het oudste behang is enkel gedeeltelijk zichtbaar in de rechterhoek onderaan de linker kant van de kast. Door het afsteken ontbreekt een deel van een vel. De papiervellen blijken met een zeer stevige lijm gekleefd en zeer slordig aangebracht: ze zijn iets scheef gekleefd, waardoor de rechter- en onderkant van het motief afgeknipt moesten worden. Maar de afmeting van het vel is duidelijk dezelfde als die van andere, reeds bestudeerde vondsten van sierpapier: de bedrukte oppervlakte is 37cm breed en 28cm hoog, de onbedrukte rand werd overplakt.4 Per wand waren dus 4 vellen nodig, maar omdat voor de 42cm brede boven- en zijwanden van de muurkast één enkel behangvel niet volstond diende voor de 5cm brede strook aan de buitenste rand een stuk toegevoegd. Dit betekent, dat deze muurkast in principe 14 hele en ongeveer 7 verknipte vellen bevat, in totaal 21 stuks – de 5 vellen voor het luik zijn reeds volledig verdwenen. Het lijkt dus weinig waarschijnlijk dat de oorspronkelijk 26 gebruikte vellen een overschotje waren, maar dat voor de bekleding van deze muurkast een behoorlijk pak prenten aangekocht of geschonken is.
Op het dusver enige, en slechts gedeeltelijk zichtbare vel zijn de medaillons gevuld met volgende motieven:
- de volledige bovenste rij is niet zichtbaar
- een halve (niet zichtbaar), een leeuw, een dromedaris (?), een halve (niet zichtbaar)
- twee herten, een olifant, een halve (ontbrekend)
- een kwart everzwijn, een halve kalkoen, een (ontbrekend), een kwart (ontbrekend)
- aan de rand van de bovenwand is enkel een halve pauw te zien
Ze vertonen opvallend veel overeenkomsten met die van volledig bewaarde en ongebruikte vellen en fragmenten uit enkele particuliere collecties en ook met die van een fragmentaire archeologische vondst, en dit zowel in Nederland als in België.
Lade en luitkist vol beesten in Brusselse Bibliotheek
In de Koninklijke Bibliotheek van Brussel zijn in de voormalige collectie M. Jadot een ongebruikt, intact, 280 bij ca. 370 mm groot behangvel bewaard, maar ook enkele fragmenten, die aangetroffen waren als bekleding van een luitkast en bovendien een groot fragment met licht verschillend motief.5
Het volledige vel toont medaillons gevuld met van boven naar onder volgende dieren:
- (kwart) everzwijn, (halve) struisvogel, (halve) pauw, (kwart) everzwijn
- luipaard, eenhoorn, beer (?)
- (halve) os, leeuw, dromedaris, (halve) os
- koppel herten, olifant, paard
- (kwart) everzwijn, (halve) struisvogel, (halve) pauw, (kwart) everzwijn
Een groot fragment en enkele kleinere uit de luitkast zijn identiek aan het volledige vel. Nog een ander groot fragment toont in plaats van een beer (?) een ooievaar met kronkelende slang (of paling?) in bek en poot, en in de rechterhoek onderaan een Tudorroos, terwijl de kalkoen er heel anders uitziet. Ook zijn de knopen veel minder strak aangetrokken, en vertonen de witte bolletjes tegen de zwarte achtergrond in het midden een zwart puntje…
Plafond vol beesten in Dordrechts huis
Merkwaardig is de toepassing van een zelfde sierpapier als behang van een balklaag, door een Nederlandse collega ontdekt op de eerste verdieping van een winkelwoonhuis, Kuipershaven 11. Dit gebouw was mogelijk deel geweest van de herberg Den Toelast aan de Wijnstraat, toen de papierdecoratie na 1560 op de ruw afgewerkte balken van een grotere kamer gekleefd is. Toen deze kamer in de 17de eeuw opgedeeld werd, is de balklaag overschilderd met ranken.6
Lade vol beesten in Nederlandse particuliere verzameling
Tot slot kwam bij het onderzoek van collega Richard Harmanni nog een nagenoeg intact ongebruikt vel aan het licht, bewaard in een particuliere verzameling in Nederland. Het was hem gemeld door Peter Führing van de Fondation Custodia te Parijs, volgens wie dit ten vroegste 1560 zou dateren.7
Het volledige vel toont medaillons gevuld met van boven naar onder volgende dieren:
- (kwart) everzwijn, (halve) struisvogel, pauw, (kwart) everzwijn
- luipaard, paard, stekelvarken
- (halve) os, leeuw, dromedaris, (halve) os
- hert, olifant, eenhoorn
- (kwart) everzwijn, (halve) struisvogel, pauw, (kwart) everzwijn
Opvallende verschillen met het andere volledige vel zijn dat het medaillon met de liggende os hier dwars geplaatst is ten opzichte van de andere; de veel meer uitgewerkte figuren van paard, luipaard en leeuw; de plaatswissel van het paard en de eenhoorn. De omlijsting is identiek aan die van de andere versies, maar de stijl van de invulling oogt iets minder naïef, zij het wat de weergave van de uitheemse diersoorten betreft al evenmin realistisch.
Vijf varianten op zelfde thema
In elk van de vijf gevallen betreft het houtblokprenten met zwarte inkt gedrukt op dun, handgeschept papier.8 Het motief sluit naadloos aan en vormt een doorlopend patroon; enkel de onbedrukte rand dient aan twee zijden afgeknipt, de andere boorden verdwijnen onder de aansluitende vellen. Het rapport is beperkt tot één vel, waarvan de afmetingen 280 bij ca. 370 mm – bekend van het exemplaar uit de collectie Jadot – niet toevallig exact overeenkomen met die van het gebruikelijke formaat voor 16de-eeuwse decoratieprenten zoals die in interieurs van Antwerpse huizen aangetroffen zijn.9 Uit nader onderzoek blijkt dat de motieven in de versie van de Nederlandse collectie tegenover die van de collectie Jadot veel minder zwart ingekleurd zijn, de dieren veel minder zwaar aangezet, en ook staan het paard, de leeuw en de kalkoen met hun neus naar een andere richting, en is het hert alleen. De meest interessante vaststelling is evenwel dat er tot dusver bovendien niet twee maar reeds drie versies bekend zijn van ditzelfde behangpatroon: het balkbehang en het volledige vel van de collectie Jadot lijken nagenoeg identiek, maar zijn het niet, want de hertengeweien en de luipaarden verschillen.
De vergelijking tussen het reeds zichtbare fragment van de prent in de muurkast in Lier en het ongebruikte vel van de Collectie Jadot in Brussel toont dat het om dezelfde ontwerpversie gaat, maar niet om dezelfde drukblokken: ze vertonen namelijk zeer kleine verschillen, zowel in de afbeelding van de dieren als in de omlijsting van de medaillons. In het volledige vel zijn de lijnen ook veel zwaarder aangezet.
Vergelijkbare sierpapieren
De structuur van dit ontwerp roept de vergelijking op met de heraldische decoratieprenten uit de late 16de eeuw die in midden-17de-eeuws Engeland zeer populair waren. De black-and-whites, zo genoemd omwille van de gebruikte kooldrukinkt, werden voor diverse doeleinden gebruikt, zij het daar – althans tot dusver bekend - blijkbaar niet als balkbehang. Het voorbeeld waarvan drie gevallen bekend zijn is te dateren tussen 1550 en 1575 en is eveneens aangetroffen in varianten. Het toont ovale en vierkante medaillons, omkaderd met het devies honi soit qui mal y pense, de wapens van Engeland alternerend met de Tudorroos, terwijl de velden ertussen gevuld zijn met bloemvazen en maskers. Een variant toont het embleem van Sint-Joris als patroonheilige van Engeland.10
Van het genre ‘kastpapier’ of ‘meubelpapier’ is een aantal voorbeelden bekend met een veel eenvoudiger motief, dat in alle richtingen gekleefd kon worden en blijkbaar ook verschillende toepassingen kende. Bijvoorbeeld het sierpapier aangetroffen als balkbehang in de huizen Gewaependen Leeuw Bergstraat 111 en Ghulden Pellicaen Gratiekapelstraat 24. in Antwerpen, beide met kleine, repetitieve motieven, zwart-wit, maar waarop met een stempel een rood accent aangebracht was.12
Een verfijnder patroon is dat van het met rood en blauw ingekleurde sierpapier als balkbehang gebruikt in Groen Claverblat Jan Blomstraat 20. Eerder waren twee interieurs met identiek behang aangetroffen, met name een in een huis in het Zweedse Malmö en een in een vrouwenklooster in het Duitse Wienhausen, waarop de datum ‘1563’ aangetroffen is.13
Qua datering van het exemplaar in Lier geldt de expertise van Peter Führing, gebaseerd op het intacte vel, waarvan de stijlkenmerken het ontwerp dateren ergens na 1560 – maar mogelijk heeft bij dit oordeel de bouwhistorische tijdssituering van de hoger vermelde casus in Dordrecht meegespeeld, wat uiteraard weinig zekerheid biedt.
Wanneer het papier aangebracht is in de wandkast van de Sint-Gummaruskerk is moeilijk zo niet
onmogelijk te bepalen. Zeer waarschijnlijk is dat pas gebeurd toen dergelijk sierpapier al lang uit de mode was, en betrof het toch een nooit gebruikte partij vellen die nog kon dienen - zoals wel meer gebeurde voor zolder- of achterkamertjes, kasten, laden en dozen.
Waar en in welk atelier deze prenten gedrukt zijn blijft voorlopig eveneens moeilijk te bepalen. Tot dusver zijn op het papier zelf geen watermerken waargenomen en de mogelijke indicaties die bepaalde motieven zoals de ooievaar met slang of paling en de Tudorroos zouden kunnen aanbrengen dient nog nader bestudeerd te worden. Tot dusver is nagenoeg niets bekend over de eventueel lokale productie van specifiek dergelijk soort van sierprenten. Gezien de bloeiende drukkersactiviteit van Antwerpen tijdens de 16de eeuw lijkt het vanzelfsprekend dat het hier kan gaan om een product afkomstig uit een van de vele ateliers in de Scheldestad. Sierpapier van Antwerpse makelij is vermoedelijk geëxporteerd naar het noorden, en mogelijk niet enkel naar Nederland, maar misschien zelfs naar Zweden.14
Belang van behang
Sinds de ontdekking in Lier zijn tot dusver in totaal vijf gevallen bekend van de toepassing van een sierpapier met vermoedelijk gelijke afmeting maar in lichtjes verschillende versies. Drie in België, waarvan één gehavend als kastpapier in situ in de Sint-Gummaruskerk van Lier, enkele fragmenten als instrumentenkastpapier in twee verschillende versies, en één ongebruikt intact vel uit de collectie Jadot in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Twee in Nederland, waarvan één fragmentair als balkbehang in situ in een huis in Dordrecht en één ongebruikt intact vel uit een particuliere collectie. Op zich is het al ongewoon dat van een sierpapier van dergelijke ouderdom fragmenten de restauratiewoede overleefd hebben, maar in dit geval zijn er zelfs meerdere cases, toepassingen en versies bekend, zijn ze geografisch verspreid, en is bovendien ook van twee een intact vel
bewaard.
Het Lierse exemplaar is het enige dat in situ bewaard gebleven is, nagenoeg onversneden vellen bevat, over een vrij groot oppervlak en in een relatief goede toestand. Deze casus biedt dan ook een buitengewone kans om een van de oudste sierpapieren op deskundige wijze te documenteren en te conserveren. Op het eerste gezicht lijkt het evenwel in situ te moeten en te kunnen bewaard blijven en niet opportuun te zijn om afgenomen te worden om in het restauratieatelier te worden behandeld. Het is ook af te wachten of de twee behanglagen van elkaar kunnen gescheiden worden. In elk geval dragen de ontdekking, studie en behandeling van deze verscholen schat in de Lierse Sint-Gummaruskerk aanzienlijk bij tot de kennis van een ondergewaardeerd en verwaarloosd aspect van de erfgoedgeschiedenis. Het bevestigt weer maar eens dat het historisch interieur van de meeste gebouwen er veel frivoler uitzag dan algemeen voorgesteld wordt. Ondeskundige restauraties, waaraan geen gedegen bouwarcheologisch onderzoek voorafgegaan is of waarbij de rapporten daarover genegeerd zijn, hebben een vals beeld gecreëerd, dat al te lang als voorbeeld gestaan heeft, waardoor foute zienswijzen bestendigd zijn. Niet alleen is papier een bijzonder kwetsbaar materiaal, dat makkelijk beschadigd geraakt; nog makkelijker komt het bij het afval terecht, omdat het vandaag als een waardeloos wegwerpproduct beschouwd wordt. ‘Oud papier’ is nogal vlug afgedaan als ‘tijdelijk’, als goedkopere versie van ‘het echte’ en dus als minderwaardig surrogaat.15 In werkelijkheid waren sierprenten en andere toepassingen van papier een volwaardig materiaal in de interieurdecoratie van zelfs voorname woningen.16
- Met dank aan Marc Mees voor de vondstmelding.
- MACLOT 27.04.2018; MACLOT 03.06.2019; MACLOT 2019, p. 1-24, meer bepaald p. 7 en 8, met afbeelding van de vellen en het fragment balkbehang in situ; https://poj.peeters-leuven.be › POJ › downloadpdf
- OMAN & HAMILTON 1982, bij voorbeeld nr. 145, (p. 131 en 132); nr. 230 (p. 152).
- MACLOT 2019, p. 1.
- VAN DER STOCK 2002, p. 52-53, p. 127-129; afbeeldingen volledig vel (nr. 128), de kleine fragmenten (nrs. 127 en 128) en het grote fragment (nr. 129). Met dank aan Jan Van der Stock en Maarten Bassens.
- HARMANNI 2015, p. 1-12; WEIJS 2016, p. 80-81, p. 83-34; HARMANNI 2016, p. 2-4. Met dank aan Richard Harmanni voor het ter beschikking stellen van zijn rapport en de toelating om de afbeeldingen te gebruiken als illustratie voor deze publicatie.
- HARMANNI 2016, p. 2-3, afbeelding nr. 5.
- Het is niet bekend of het papier een watermerk draagt.
- MACLOT 2019, p. 1.
- Als wandbehang in een huis in Besford Court; Worcestershire, als bekleding van een aktedoos in het Public Record Office in Londen en van een kist in Bristol. SUGDEN & EDMONDSON 1925, p. 16; 22-23.
- MACLOT & VAN DER WEE 1982, p. 4-30
- MACLOT 2019, p. 9-11.
- MACLOT 2019, p. 8-9 / MACLOT & VAN DER WEE 1982, p. 4-30.
- MACLOT 2019, p. 16-17.
- ZANTKUYL 1985, i-iv. Ondanks de ondertussen uitgebreid gepubliceerde vondstmeldingen zonder meer overgenomen door FABRI 1991, p. 128.
- MACLOT 2019, p. 15-16.
FABRI 1991
FABRI R., ‘De Inwendighe wooninghe’ of de binnenhuisinrichting, in: Jan Van der Stock (ed.), Stad in Vlaanderen. Cultuur en maatschappij 1477-1787, Gemeentekrediet, Brussel, 1991, p. 127-140.
HARMANNI 2015
HARMANNI R., Zestiende-eeuws sierpapier in Kuipershaven 11 te Dordrecht, Amsterdam, 2015 (ongepubliceerd rapport), p. 1-12.
HARMANNI 2016
HARMANNI R., Tondo’s met dieren. Sierpapier in Dordrecht, in: Nieuwsbrief Stichting Historische Behangsels en Wanddecoraties in Nederland, 38 (2016), p. 2-4.
MACLOT 1986
MACLOT P., Renaissance plafondbehang ontdekt in de Jan Blomstraat nr. 2 te Antwerpen, in: Bulletin Antwerpse Vereniging voor Bodem- & Grotonderzoek, 1986/3, p. 17-26.
MACLOT 27.04.2018
MACLOT P., Plafondbehang. Het gebruik en hergebruik van bedrukt papier in 16de-eeuwse interieurs in Antwerpen, Studiedag Historisch Interieur en Ontwerp, Universiteit Gent, Het Pand, Gent, 27.4.2018.
MACLOT 03.06.2019
MACLOT P., Papering the Parlour: Prints for Domestic Decoration in 16th-Century Antwerp, International colloquium Bild/Drück/Papier, Rubenianum, Antwerp, 03.06.2019.
MACLOT 2019
MACLOT P., Pronkpapier. Decoratieprenten als balkbehang in 16de-eeuwse interieurs van Antwerpse woonhuizen, in: Tijdschrift voor Interieurgeschiedenis en Design, vol. 41 (2019), p. 1-24.
MACLOT & VAN DER WEE 1982
MACLOT P. & VAN DER WEE P., Papier "troef" in de Bergstraat 1, in: Bulletin Antwerpse Vereniging voor Bodem- & Grotonderzoek, 1982/7-8, p. 4-30.
OMAN & HAMILTON 1982
OMAN C.C. & HAMILTON J., Wallpapers. An international history and illustrated survey from the Victoria and Albert Museum, Harry N. Abrams, New York / Victoria & Albert Museum, London, 1982.
SUGDEN & EDMONDSON 1925
SUGDEN A.V. & EDMONDSON J.L., A History of English Wallpaper 1509-1914, Charles Scribner’s Sons, B. T. Batsford, New York & Londen, 1925.
VAN DER STOCK 2002
VAN DER STOCK J., Early prints. The print collection of the Royal Library of Belgium, Harvey Miller Publishers, Londen-Turnhout, 2002.
WEIJS 2016
WEIJS C., Een bovenwoning in Dordrecht in de late 16de eeuw, in: Nieuwsbrief Bouwhistorie, 60 (2016), p. 75-80.
ZANTKUYL 1985
ZANTKUYL H., Overpeinzingen bij de relatie tussen de interieurbehandeling in de 16de eeuw in Antwerpen en Amsterdam, in: Petra Maclot & Eugène Warmenbol (eds.), Rijke vorm & bonte kleur in ’t Antwerps burgerinterieur omstreeks 1585, Stad Antwerpen - Antwerpse Vereniging voor Bodem- & Grotonderzoek, Antwerpen, 1985, i-iv.
https://historischebehangsels.wordpress.com/2017/11/07/schenking-geert-wisse/
https://poj.peeters-leuven.be › POJ › downloadpdf
https://i0.wp.com/streetsofsalem.com/wp-content/uploads/2011/03/wallpaper-tudor-bna.jpg